1972-1977: de UHSK als vakbond
‘De UHSK, volgens zijn naam een kring, zou weer een echte kring moeten vormen, bestaande uit een aantal groepen die zich elk op een of meer van de bovengenoemde punten gaat toeleggen. Eens in de plusminus 3 weken wordt er dan een plenaire kringvergadering gehouden om de gang van zaken en eventuele nieuwe ontwikkelingen van acties te bespreken.’ Dit alles onder de slogan: ‘Word actief in je kring!’
De allereerste stuurgroepnotulen dateren van 21 september 1973. In andere, ongedateerde stuurgroepnotulen komen kreten voor als ‘Niet meepraten maar meebeslissen’ en ‘verticale splitsing conservatief/progressief’. Het lustrum van 1971 had een totaal ander karakter dan eerdere lustra. Van tevoren was democratisch besloten hoe het lustrum eruit zou zien, en de deelnemers ‘maakten’ het lustrum zelf: er was een simulatiespel, een doorlopende filmvoorstelling, een jamsessie, toneelimprovisatie, en een eindfeest met vloeistofdia’s. De ‘ekskursie’ voerde naar Midden-Engeland, waar overblijfselen van de Industriële Revolutie werden bezichtigd.
De discussie over het onderwijs werd vooral beheerst door de verhoging van het collegegeld naar 1000 gulden, de onderwijshervormingen van minister Posthumus en de numerus fixus voor de opleiding Geschiedenis. In 1971 werd het UHSK-‘Aktiecomité 1000 gulden nee’ opgericht. Er waren talloze plannen voor acties: anti-Posthumusacties, anti-bezuinigingsacties, USF-solidariteitsacties en onderwijsacties, maar ook ‘aksies ter verbetering van de sosjaal ekonomiese positie van de student’.
Omdat zich in 1971 plotseling honderd in plaats van vijfentwintig eerstejaars hadden aangemeld, moest volgens het Instituut de helft worden uitgeloot. Hierop werd gereageerd door het opzetten van een alternatief programma, onder de naam ‘Binnen is binnen’. Door een combinatie van begeleiding van de staf in hun vrije tijd, begeleiding van ouderejaars en een leesprogramma konden de uitgelote studenten toch geschiedenisonderwijs volgen. Na een half jaar werden ze zo alsnog toegelaten: een groot succes.
Hierbij werd alles wel in een marxistische context getrokken, bijvoorbeeld de bezwaren tegen de numerus fixus: ‘Ruud wil het vooral gooien op een prinsipieele strijd, aan de hand van deze kwestie studenten bewust maken van de kapitalistische motieven achter seleksie en bezuiniging. Hij zal een stensil maken waarin de principieele aspekten worden uiteengezet.’