Geschiedenis
De Utrechtse Historische Studenten Kring is een Nederlandse vereniging van geschiedenisstudenten, opgericht in 1926, aan de Universiteit Utrecht. Ons Oud-bestuurslid en tevens erelid Helen Heskes heeft begin jaren ‘90 het gehele verleden gearchiveerd. Op deze pagina kan men lezen hoe de UHSK zich per periode heeft ontwikkeld.
1926 – 1931: oprichting en eerste jaren
Op 5 maart 1926 werd de UHSK op initiatief van de heren T.S. Jansma en J.J. Beyerman opgericht. In de eerste jaren werd het karakter van de vereniging vormgegeven waardoor in 1931 het eerste Huishoudelijk Reglement kon worden opgesteld.
1931 – 1936: lezingen en een lustrum
In het Huishoudelijk Reglement stond dat het organiseren van lezingen een van de kerntaken van de UHSK was. Begin jaren ’30 werden de eerste lezingen georganiseerd, veelal in samenwerking met het andere organisaties en verenigingen. In 1936 bestond de UHSK tien jaar en werd het tweede lustrum gevierd.
1936 – 1946: de UHSK voor- en tijdens de oorlogsjaren
Het verenigingsleven lag in de oorlog grotendeels stil, zo ook bij de UHSK. Toch werden er nog enkele pogingen ondernomen om het verenigingsleven levend te houden. Hoe dan ook kwam de UHSK niet ongeschonden uit de oorlog.
1946 – 1951: de naoorlogse jaren
Na de oorlog kwam de UHSK weer tot leven. Eind jaren ’40 werden er al weer excursies ondernomen. De echo van de Tweede Wereldoorlog was echter nog merkbaar in de lezingen die na de oorlog werden gegeven.
1951-1966: lustrumvieringen en disputen
Lustrumvieringen werden in de jaren vijftig en zestig groots aangepakt. Op het vijfde lustrum in 1951 waren onder andere prof. dr. P.C. Geyl, erelid prof. dr. B.H. Slicher van Bath en de oprichters van de UHSK aanwezig. Slicher van Bath hield een feestrede, er was een maaltijd en daarna een feest met cabaret, zang en dans. Op deze avond werd door Han de Zeeuw het gedicht ‘Historicus in Statu nascendi’ voorgedragen.
1961: het Witboek van Van Dijk
In 1961 verscheen het ‘Witboek voor het Bestuur van de U.H.S.K.’, van de hand van de heer G.B. van Dijk. Dit boek beschreef de taken van het bestuur, maar besteedde tevens aandacht aan ‘bestuursetiketten’. Dit feit kan men wellicht zien als de ‘vercorpsing’ van de UHSK in de jaren ’60.
1961-1968: commissies en buitenlandse reizen
In het jaar dat de Berlijnse muur werd gebouwd was de UHSK op excursie naar Berlijn en in het jaar van de Praagse Lente was de UHSK in Praag. In de jaren ’60 waren er veel buitenlandse reisjes, het begin van een lange traditie binnen de UHSK. Verder werden de eerste commissies opgezet, zoals de kascommissie in 1961. In de jaren ’60 was de UHSK erg traditioneel en was de sfeer gemoedelijk.
1968-1972: karakterverandering en ‘revolutie’
Ook de UHSK was door het revolutionaire elan van de jaren ’60 niet onberoerd gelaten. In de jaren ’70 accelereerde het revolutionaire gedachtegoed binnen de vereniging. De UHSK stond uiterst links in de studentenwereld, hetgeen soms tot heftige discussies leidde. Democratisering stond centraal, in die context begon de UHSK zich te bemoeien met het onderwijs en werd in 1972 de stuurgroep in het leven geroepen. De traditionele vereniging begon te veranderen.
1972-1977: de UHSK als vakbond
Zoals overal in de Nederlandse samenleving stond participatie centraal, men wilde meebeslissen en meedenken. In deze periode kwam de UHSK op voor de sociaaleconomische positie van de student en waren er veel actieplannen, tevens bemoeide men zich met het onderwijs. De ideeën waren niet verstoken van de marxistische leer en de sfeer was destijds behoorlijk revolutionair.
1972: de promotie van G.B.J. Hiltermann
Dat de UHSK steeds meer politiek geëngageerd raakte, wordt duidelijk uit de protesten die in 1972 werden ingediend tegen de promotie van G.B.J. Hiltermann – een bekend journalist uit die periode. Politiek was de UHSK uiterst linksgeoriënteerd.
1977-1979: het einde van de UHSK als vakbond
Binnen de vereniging waren er ook tegenstanders van de radicale op actie gerichte koers die de UHSK in de jaren ’70 had ingeslagen. Dit werd al direct duidelijk, maar naarmate de jaren ’70 ten einde liepen raakte de UHSK steeds verder geïsoleerd. De ‘oude’ en traditionele vereniging van de jaren ’60 was verdwenen, maar nu eindigde ook de UHSK als vakbond.
1979-1982: de vroege jaren ’80
De vereniging was qua organisatie en ledental flink achteruitgegaan sinds de verhuizing naar de Uithof in 1979. Toch was er nog een klein groepje actievelingen over die zich met de UHSK bezighielden. De oude vakbondsmentaliteit was verdwenen en qua activiteiten kwam in de vroege jaren ’80 weinig van de grond.
1982-1992: de vereniging recht haar rug
Naarmate de jaren ’80 vorderden nam de belangstelling voor de UHSK weer toe en kwamen er weer activiteiten van de grond. Bijvoorbeeld een groot internationaal congres op de Uithof en de viering van het lustrum van 1986. Eind jaren ’80 en begin jaren ’90 werden er blaadjes en commissies opgericht. De Aanzet stamt overigens als uit 1982. Tot slot verhuisde de UHSK in 1992 naar de Kromme Nieuwegracht 66.
1992-1994: stijgende ledentallen
Begin jaren ’90 groeide de UHSK fors. Dit maakte het noodzakelijk om weer na te gaan denken over de eigen structuren en organisatie. De UHSK kreeg weer een bestuur, welke leiding moest geven aan de stuurgroep en verantwoordelijk was voor de administratieve en financiële taken. De ALV bleef echter het hoogste orgaan.
1994-1998: een nieuw tijdperk voor de UHSK
In de tweede helft van de jaren ’90 brak voor de vereniging een nieuw tijdperk aan. In 1996 werd het archief van de UHSK op orde gebracht en men dacht na over professionalisering van het ledenbestand en de administratie.
1998-2001: de UHSK profileert zich
Aan het einde van de jaren ’90 was er kritiek dat de UHSK te veel naar binnen gericht zou zijn. Het devies was: vernieuwen, uitbreiden en snel professionaliseren. De UHSK zoals we haar nu kennen begon vorm te krijgen.
2001-nu: de UHSK als volwassen vereniging
Tijdens het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw heeft de UHSK zich ontwikkeld tot een volwassen vereniging.