1931–1936: lezingen en een lustrum
Voor de oorlog was het zeer gebruikelijk een vergadering te combineren met een lezing. Het organiseren van lezingen was, volgens het eerste huishoudelijk reglement, officieel een taak van de UHSK. Deze werden zowel door externe sprekers, als door UHSK’ers onderling verzorgd. De eerste lezing waarover in het archief correspondentie bestaat, werd gehouden in 1935. Het thema was ‘Oostelijke en westelijke invloeden in de Russische geschiedenis’, spreker was prof. Raptinsky.
Lezingen werden, conform het huishoudelijk reglement, regelmatig georganiseerd in samenwerking met andere verenigingen. Vaak werd hierbij samengewerkt met de Litteraire Faculteit van het USC, waar de UHSK voor de oorlog sterke banden mee had. In 1938 organiseerde de UHSK in samenwerking met het Dietsch Studenten Verbond een lezing over ‘de Groot-Nederlandse gedachte’. Volgens een brief van de heer J.A.J. de Leeuw uit 1951 waren die lezingen voor de oorlog zeer memorabel.
Een andere bezigheid van de UHSK was het organiseren van excursies. Hierover bestaat nog aardig wat correspondentie. Het eerste uitstapje was in 1932, naar het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. In 1936 ging de UHSK op bezoek bij het gemeentearchief Dordrecht, waar een van de oprichters, de heer Beyerman, inmiddels werkzaam was. Vaak werden er ook bezoeken gebracht aan andere studentensteden. Dit gebeurde in het kader van de Organisatie van Studenten Geschiedenis in Nederland, waar alle historische studieverenigingen in verenigd waren.
In 1936 bestond de UHSK tien jaar, ter gelegenheid van het tweede lustrum werd er een autotocht door de Betuwe en een feestmaaltijd in historische kledij georganiseerd. Hier waren ook oud-leden bij aanwezig. De eerdergenoemde brief van de heer De Leeuw geeft een mooi sfeerbeeld van de UHSK in deze periode.